De meeste huurcontracten bepalen dat de huurder een huurwaarborg moet stellen. De wijze waarop de huurwaarborg gesteld moet worden is bepaald in het Vlaams Woninghuurdecreet (artikel37). De huurwaarborg mag niet meer dan drie maanden huur bedragen.
De meest voorkomende wijze om een huurwaarborg te stellen is het openen van een geblokkeerde bankrekening op naam van de huurder.
Huurders die moeilijkheden hebben om een waarborg van drie maanden te kunnen betalen en voldoen aan een aantal voorwaarden, kunnen bij het Vlaams Woningfonds een renteloze huurwaarborglening aanvragen. Deze lening moet binnen de twee jaar terugbetaald worden.
Rechthebbenden op een leefloon of gezinnen met financiƫle moeilijkheden kunnen ook terecht bij het OCMW.